Het is genoegzaam bekend dat het monumentale hek bij park Vreugd en Rust afkomstig is van de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1910. J.D.M. de Voogt kocht het op de wereldtentoonstelling als toegangshek voor zijn pas verworven buitenplaats Hoekenburg in Voorburg. In 1928 moest het hek, dat inmiddels in handen van de gemeente was gekomen, wijken voor de aanleg van een weg, de Hoekenburglaan. Het hek werd gesloopt en de losse onderdelen opgeslagen op de gemeentewerf. Daar bleef het liggen roesten tot het in 1963 door L.J. Kok op de gemeentewerf werd aangetroffen. Met Mooi Voorburg heeft hij zich ingezet voor het behoud en herstel. In 1973 werd het prachtig gerestaureerde hek aan de gemeente overgedragen en bij de ingang van park Vreugd en Rust aan de Parkweg geplaatst.
Maar wat weten we van de ontstaansgeschiedenis van dit monumentale toegangshek? Hoe zag de Nederlandse inzending voor die wereldtentoonstelling er uit? Wie was de maker? Op deze en andere vragen kenden wij het antwoord niet tot we dit najaar door R. Brouwer, beleidsuitvoerder kunstcollectie bij de gemeente Leidschendam-Voorburg, werden gewezen op een interessante site op internet van het weekblad Buiten 1907-1936. Daarin staat een uitgebreide beschrijving van de voor het Nederlandse paviljoen gelegen zogenaamde Hollandse tuin, mèt afbeeldingen.
Het eerste dat opvalt is dat er niet één toegangshek naar de tuin is, maar vier! Het hek van Vreugd en Rust was dus niet het enige dat door Nederland voor de wereldtentoonstelling was ingezonden. De vier hekken stonden stevig ingeklemd tussen dezelfde soort zuilen met daarop een leeuw met een wapenschild in zijn klauwen. In de overspanning van elk toegangshek stond in smeedijzeren letters Nederland Pays Bas. Het geheel werd gecompleteerd met een lantaarn.
De vier smeedijzeren toegangshekken zijn in verschillende stijlen uitgevoerd. Het hek tegenover de Duitse afdeling was het meest ingetogen van uitvoering.
Bij vergelijking tussen de afbeeldingen van dat hek en foto’s van Vreugd en Rust blijkt onmiskenbaar dat het om een en hetzelfde hek gaat.
Wel valt op dat de tekst Nederland Pays Bas op het hek van Vreugd en Rust niet meer te zien is. Het is aannemelijk dat de heer de Voogt deze tekst heeft laten verwijderen en vervangen door een rij krullen. Wellicht heeft hij ook de twee kroontjes in de middenpanelen vervangen door tulpen. Ook de lantaarn wijkt af van de oorspronkelijke. Die is mogelijk pas op de gemeentewerf vergaan. In ieder geval is die bij de restauratie vervangen door de huidige.
De maker van dit toegangshek is de edelsmid en ontwerper Leendert Ringlever(1870-1940) uit Rotterdam die ook een hek in Louis XIV stijl voor de Hollandse tuin ontwierp. Ringlever won met de inzending van de voorlopige schetsen van zijn twee hekken de gouden medaille, aldus de Maasbode van 29 juni 1940.
Tot grote verrassing blijkt ook het tweede hek van Ringlever in Voorburg te staan! Toevallig viel zeer onlangs het oog van Brouwer en een collega op het zwaar vergulde toegangshek van Eemwijk aan het Oosteinde. Wat blijkt? Dit hek dat sinds de bouw van Eemwijk in 1918 als toegangspoort fungeert, is vrijwel zeker het tweede hek van de hand van R. Ringlever voor de wereldtentoonstelling.
Bij vergelijking met de oude afbeelding uit voormeld weekblad Buiten is de gelijkenis verbluffend. De kroontjes in het hek en zelfs de kroon op de lantaarn schitteren nog in alle glorie. De letters Nederland Pays Bas zijn gewijzigd in Eemwijk. Het jaartal 1910 rechtsboven is vervangen door 1918. Tot nu toe werd aangenomen dat de architect van Eemwijk, Hoogeveen, ook verantwoordelijk was voor het ontwerp van het hek. Dankzij de vondst van de afbeeldingen van de Hollandse tuin in het weekblad Buiten kunnen we nu rustig stellen dat beide toegangshekken die Leendert Ringlever voor de wereldtentoonstelling in Brussel in 1910 heeft gemaakt, zich in Voorburg bevinden. En dat binnen een afstand van slechts enkele honderden meters van elkaar af!
In 2020 is het hek bij park Vreugd en Rust voor het laatst opgeknapt, met uitzondering van het vergulden. Wellicht kan dat met de financiële steun van de gemeente en de provincie Zuid-Holland in het voorjaar van 2022 worden gerealiseerd.